Wellington is de belangrijkste toegangspoort tot het Zuideiland. Je gaat op de Interislander Ferry voor een heerlijk ontspannende voormiddag. Met enig geluk zie je dolfijnen en watervogels. De overtocht van drie uren brengt je door de Straat van Cook en de prachtige Queen Charlotte Sound met zijn vele eilandjes en baaien. Je bereikt Picton in het hart van de Marlborough Sound. Een “Sound” is een grote inham in een zee of oceaan, parallel met de kust en gevormd door het terugtrekken van ijs van een gletsjer.

Tussen Blenheim en Nelson is een brug over de Pelorus River, een heerlijke plek voor prachtige uitzichten. Het hele gebied is het Abel Tasman Nationaal Park. Abel Janszoon Tasman was een Nederlands zeevaarder en handelaar die bij de Vereenigde Oostindische Compagnie werkte. Hij was, voor zover men weet, de eerste Europese persoon die Nieuw-Zeeland bereikte.  Voor de Europese geschiedenis van Nieuw-Zeeland is deze regio dus ontzettend betekenisvol.

In de vooravond bereik je Nelson. Het stadje is niet zoveel bijzonders. Mensen komen er wonen omdat het er goedkoper is dan op het Noordeiland. Maar de locatie is bijzonder mooi en het is omwille van wijnteelt en de vestiging van vele artiesten en de occasionele lokale markt een toeristisch trekpleister geworden. Je hotel ligt op een korte wandeling van de zee.

Overnachting: hotel***(*) bij de zee in Nelson.